Brabantse gastvrijheid en gemoedelijkheid dat stralen de Oisterwijkse vennen en de nabijgelegen Kampina uit. Oisterwijk spreek je uit als ‘Oosterwijk’, want in het oud-Nederlands werd de i achter de o gezet om een lange klank aan te geven.
Het ligt tussen Tilburg en Boxtel. Door de Brabo’s zelf ook wel ‘Parel van Brabant’ genoemd. De zon op zien komen boven het Voorste Goorven of dwalen over de bloeiende heide van de Kampina. We genieten van warme nazomerse dagen, maar zien ook de eerste tekenen van de herfst.
Bloeiende Kampina
In augustus bloeit de struikheide en een wandeling over de Kampina beloont je met eindeloze paarse en purperkleurige vergezichten. Of je uit Oisterwijk of Boxtel vertrekt, maakt geen verschil. Nog niet zo lang geleden kleurde de Kampina vooral goudgeel door het alles overwoekerende pijpenstrootje. Natuurmonumenten verzette veel werk om de heide weer terug te krijgen.
Terecht meldt de vereniging op de website: “De Kampina is Brabant zoals het ooit was. Je vindt hier nog natte heide met vennen, geurende gagelstruwelen, beemden, loofbossen en blauwgraslanden.” Daar is niets van overdreven. Met een beetje geluk vind je de diepblauwe bloemen van de klokjesgentiaan.
Een nostalgisch plantje dat je elders met een loep moet zoeken. Op wat kalere plekken kun je de rode knopjes van lucifermos aantreffen. Je verwacht dit bloeiend korstmos eerder in de winter en niet in augustus, maar toch…
Vleesetende planten
Eigenlijk behoren de Oisterwijkse bossen en vennen tot het Nationaal Landschap Het Groene Woud. Maar alleen al in Oisterwijk is zoveel te zien, dat we de rest tot een andere keer bewaren. In totaal tellen we hier zo’n veertig vennen met een oppervlakte van niet minder dan 1500 voetbalvelden, ofwel 750 hectare.
Opletten! Op een aantal plaatsen tref je langs de oevers van de vennen vleesetende planten aan. Nee, geen grap, maar als mens heb je weinig te vrezen. De laag-bij-de-grondse oranjerode plantjes hebben aan de rand van hun blaadjes tentakels, die een glinsterende, kleverige substantie afscheiden.
Insecten die hieraan plakken kunnen niet meer weg en worden door de plant verteerd. We zien zelf waterjuffers die zo hun dood vinden. Een gaai neemt een bad. Net nog verzamelde hij een bek vol hazelnoten, die hij ergens aan de voet van een boom in de grond stopte. Druk met het aanleggen van een wintervoorraad, heeft hij weinig oog voor zijn omgeving.
Beekdal van de Beerze
Door de Kampina kronkelt het riviertje de Beerze. Langs de grillige oevers raken de adelaarsvarens aan het eind van de zomer in verval en kleuren geelbruin. In de loofbossen treffen we de eerste gele bladeren, terwijl we her en der al paddenstoelen aantreffen. Op een smal paadje ontmoeten we een jonge vos. Nieuwsgierig verkent hij de omgeving.
We luisteren naar boomklevers, die druk tegen elkaar roepen. Een grote bonte specht lest zijn dorst bij een plas en merels en zwartkoppen eten van de eerste bessen aan de struiken. Een eekhoorn spoedt zich door het bos, net als de gaai druk bezig met een wintervoorraad. We vangen een glimp op van een wegvliegende buizerd, of was het toch een havik?
Beide roofvogels komen hier voor en zijn tegenwoordig zeker niet zeldzaam. Ons pad komt uit waar we begonnen, bij de Kampinaheide. Daarboven zweeft een twaalftal ooievaars gebruikmakend van de thermiek in de lucht. Ze verzamelen zich voor hun verre tocht naar Afrika. Het einde van de zomer is nabij.
Kijktip
Een van mijn lievelingsvogels – ik heb er vele – is de boomklever. De grootte van een mus, maar met een langgerekter lichaam en een spits snaveltje. De rug is zachtblauw gekleurd, terwijl de onderzijde geeloranje is. Een beetje de kleuren van een ijsvogel, maar dan meer ingetogen. Boomklevers zoeken hun voedsel tegen boomstammen. Kevertjes, wormpjes, torretjes alles wat ze op en onder de schors tegenkomen.
Ze beginnen altijd bovenaan en draaien om de boomstam heen naar onder. Beneden aangekomen vliegen ze naar een volgende boom, die ze ook weer van boven naar onder afzoeken. In de herfst schakelen ze over op zaden en op de voertafel laten ze zich graag verwennen met zonnebloempitten en pinda’s. Het zijn echte huismussen, want volwassen boomklevers blijven hun hele leven binnen een straal van een kilometer.
Wandel een rondje Kampina
Wandelaars komen hier volledig aan hun trekken. Overal tref je uitgezette routes. Een hele aardige wandeling, die zelfs rolstoel- en kinderwagenvriendelijk is, vertrekt vanaf de parkeerplaats Huisvennen aan de weg Roond in Boxtel. Met dit kort rondje van 2,7 kilometer krijg je een mooi beeld van de Kampina met vergezichten over heidevelden. De wandeling is haast oneindig uit te breiden.