Langzaam lopen we het stille bos in. Zonnestralen filteren door het bladerdak van machtige beukenbomen. Julie Ledemé kent hier de weg en ze wijst ons op kleine details die de vluchtige bezoeker zou ontgaan. De bessen van de uitgebloeide aronskelk, de pootafdrukken van de hier levende reeën in de zachte bosgrond en ze laat ons de frisse blaadjes van de klaverzuring proeven, “warempel, dat smaakt naar groene appel!”
Julie is vol enthousiasme maar ze spreekt met gedempte stem. Hier past het niet om luid te praten. We hebben elkaar een uur geleden ontmoet voor een yoga- en meditatiewandeling door het bos. Aan alles merk je dat deze jonge vrouw vol passie is voor de wereld waarin wij leven en er een bewuste en vrolijke levensstijl op na houdt. Op een kleine vlakke plek in het bos gaan we zitten. De benen gekruist, de rug recht en de handen ontspannen op de knieën.
De stilte van het bos daalt over ons heen. In een ritmische toon loodst Julie ons naar een diepe buikademhaling. De wereld om ons heen lost langzaam op, het ruisen van de wind door de bladeren verdwijnt, en dan is er alleen nog maar het hier en nu. Op de achtergrond klinkt alleen de zachte stem van Julie. In de verte horen we de vogels zingen en we worden ons weer bewust van de zonnestralen op onze huid. We keren weer terug naar onze diepe buikademhaling en als we langzaam onze ogen openen ziet het bos er nog mooier en vreedzamer uit.
Ondoorgrondelijke wouden
We zijn in het Franse deel van de Ardennen. Een zeer bosrijk gebied dat ter hoogte van Luxemburg ligt, net ten zuiden van het Belgische Dinant. De Maas is de levensader van de Franse Ardennen die zich kronkelend een weg door het landschap heeft gesleten. De Semois, die bij Monthermé vanuit het oosten de Maas in stroomt, is met zijn steile en rotsachtige oevers een andere belangrijke rivier van de Franse Ardennen. Hier reed de Keltische Godin Arduinna, de beschermer van het bos, op haar zwijn door de eindeloze bossen.
Aan Arduinna, wat ‘Diep Bos’ betekent dankt het Ardenner massief haar naam. De ware natuurliefhebber komt hier tot rust en ook voor sportieve uitdagingen kun je hier je hart ophalen. Als we bij Givet Frankrijk binnen rijden torent de imposante Citadel de Givet hoog boven de Maas uit, een machtig bouwwerk uit 1554. De strategische ligging aan de oevers van de Maas en de dikke muren maakten het een vrijwel onneembare vesting. Ondoordringbaar is ook het dichte loofbos ten zuiden van Givet.
Dit deel van de Franse Ardennen lijkt het meest op de ‘roemrijke ondoorgrondelijke wouden van de Ardennen’, zoals Julius Caesar ze ooit omschreef. Met de rivier la Houille in het oosten en de Maas aan de westelijke rand van het gebied kunnen echte avonturiers hun hart ophalen. In de bossen leeft veel wild zoals zwijnen, herten, wilde katten en ook de zeer schuwe lynxen. Er zijn hier geen uitgezette wandelpaden of campings, maar de ware avonturier laat zich hier niet door weerhouden en je kunt er met gemak een aantal dagen rondstruinen.
Kanoën en picknicken
Via kleine wegen door een landelijke omgeving rijden we de donkere bossen in. Een smalle weg brengt ons naar de kanoverhuur van het dorp Lac de Veilles-Forges. Twee jonge vakantiewerkers verwelkomen ons en geven ons de nodige instructies. Mooie wolkenpartijen stapelen zich op boven het langgerekte meer dat omgeven is door dichte loofbossen. In rustige peddelslagen steken we het meer over. De kano is heerlijk stabiel en de boeg snijdt door de lage golven.
We varen Ruisseau du Pont Gilles in, waar een riviertje meanderend het meer in stroomt. Hier, omgeven door het bos en het kabbelen van het water, ervaren we de pure rust van het gebied. We meren aan op een kleine open plek aan de oever en trekken de kano op het droge. Er is verder niemand anders te zien. We zoeken een plek aan de waterkant om een kleine barbecue neer te zetten. Bij een lokale slagerij De naam Ardennen verwijst naar Arduinna, wat ‘Diep Bos’ betekent hebben we vanochtend runderburgers en een paar mooie plakken spek gekocht om een hamburger van te maken.
Als na twintig minuten de kolen rood gloeien, leggen we de burger en spek op de barbecue. Uit een thermosfles schenken we koffie en met onze ruggen tegen een boom laten we de rust op ons inwerken. We beleggen de bolletjes met een schijf tomaat, wat blaadjes sla, de hamburger en het spek. Dit is de ultieme vrijheid.
Wandelen
De kleine en eenvoudige camping Port Diseur in Monthermé in het hart van de Franse Ardennen is de perfecte uitvalsbasis voor outdooractiviteiten. In de omgeving zijn veel gemarkeerde wandelpaden. Vanuit het centrum van Monthermé, waar de Semois de Maas in stroomt wandelen we langs de steile beboste oevers omhoog. Een pittige klim over smalle landwegen. Eenmaal boven zien we in de diepte de schittering van de meanderende Maas in een onmetelijk heuvellandschap.
We stappen verder over een smal bospad waar wilde bloemen uitbundig bloeien en bomen zich met wijde boomwortels aan de bosgrond vast klampen. In dit gebied groeien veel cantharellen en uit de verre omtrek komen mensen hierheen om ze te plukken. De opgewekte meneer Beaufey die we tegen komen gaat een traditioneel gerecht maken met zijn vers geplukte paddestoelen, hij verwerkt ze in een omelet.
Eenmaal afgedaald lopen we over de boulevard langs de Maas terug naar Monthermé waar we vers brood kopen bij de lokale bakker, en Franse kaasjes in een mobiele kaaswinkel op een kleine parkeerplaats in het dorp.
Eten uit de natuur
In Les Hauts Buttés, een klein boerendorp met een half dozijn huizen en een grote kerk, tien kilometer ten noorden van Monthermé heeft Geneviève Goffette haar leven een nieuwe wending gegeven. Sinds 2013 leeft ze van wat de natuur te bieden heeft. Ze ontvangt ons in haar kookatelier waar ze alle producten zelf heeft gemaakt en bereidt met zoveel mogelijk lokale en deels wildgeplukte ingrediënten. De tafels staan vol met verse sapjes van appel en peren, aperitieven, huisgemaakte pâté, lokale honing en potten vol jam en marmelade.
Geneviève neemt ons mee op een wildplukexcursie door de omgeving. Een rieten mand draagt ze over de schouder. Vol enthousiasme laat ze ons zien wat we allemaal uit de natuur kunnen eten. Het afwisselende gebied ademt een ongekende rust, en met kleinschalige landbouw, fraaie loofbossen en zompige veenlanden is het een botanisch paradijs, waar we elke paar meter die we te voet afleggen wel iets eetbaars tegenkomen.
Van de bladeren van het duizendblad maakt Geneviève een pittige pesto, de bladeren van de daslook hebben een ui-achtige smaak en zijn heerlijk in salades en soepen, van de moerasspirea maakt ze verfrissende sapjes. Als we na 2,5 uur weer terug zijn in het kookatelier, serveert Geneviève smaakvolle hapjes uit eigen keuken met verse ingrediënten uit de natuur. Met liefde en respect bereid, dat proef je aan alles.
Lekker langzaam
Een vakantie in de Franse Ardennen dwingt je om alles net een stap langzamer te doen dan normaal om zo de uitbundige natuur en rust op je in te laten werken. De rijke historie van het gebied toont zich soms opzichtig met imposante burchten en dan weer subtiel met fijne lokale gerechten in kleine restaurants. De Maas en de Semois hebben het gebied vorm gegeven en zijn nooit ver weg. Dit is een geweldige streek om te bezoeken als je van rust of een actieve vakantie houdt met eindeloos veel mogelijkheden voor jong en oud.
Tip: Charleville-Mézieres
Vrijwel overal in deze gemoedelijke stad aan de Maas zie je verwijzingen naar haar bekendste inwoner, de dichter Arthur Rimbaud (1854-1891). Met zijn provocerende gedichten wordt hij gezien als een van de grote vernieuwers in de dichtkunst (anderen zullen zeggen: enfant-terrible). Als veelbelovende dichter vertrekt de zestienjarige Rimbaud op uitnodiging van een andere dichter, Paul Verlaine naar Parijs waaruit een stormachtige homoseksuele verhouding ontstaat en ze zich te buiten gaan aan grote hoeveelheden absint.
Hoewel de stad Rimbaud op handen draagt, kon hij zelf weinig bewondering voor de stad opbrengen en schreef hij eens: ‘Mijnheer, U hebt geluk dat u niet meer in Charleville woont! Mijn geboortestad is veruit het stomste van alle provinciesteden.’ Het Place Ducale wordt wel omschreven als één van de mooiste pleinen van Europa. Statige huizen met spitse daken en sierlijke boogjes op de eerste verdieping omringen het grote plein. In de zomer heerst er op het plein een kermisachtige sfeer met draaimolens en beachvolleybalveld.
Op het plein vind je vele restaurants. Lekker eten doe je elders in de stad, zoals in de kelders van het ‘Bib Gourmand’ restaurant La Table d’Arthur met een heerlijke Franse keuken. Ook in het kleine en zeer gastvrije restaurant Sel & Poivre serveren ze heerlijk eten. Op het smalle terras van Chez Georges past het dagelijks wisselende menu op een krijtbord. Dit fijne restaurant heeft weinig keuze maar wat ze op tafel zetten is erg smakelijk.
Banana Joe is een zeer gezellig en levendig café, met goede koffie, heerlijke lokale bieren of een bruisend glas wijn. De enthousiaste eigenaar heeft tijd voor iedereen. Het echte Franse stadsleven proef je in het onbeduidende Cafe Le P’tit Bar op een steenworp afstand van het Place Ducale aan de Rue du Daga.
Tip: Het kasteel van Sedan
Met imposante muren van wel 27 meter dik is deze burcht de grootste van Europa. In 1424 werd de eerste steen van het kasteel en klooster door Everhard van der Marck gelegd. Zijn nakomelingen hebben in de loop van de volgende eeuwen het kasteel omringd met de bouw van de burcht.
Tijdens een levendige en informatieve tour door het kasteel en de burcht voel je de rijke historie van het prinsendom Sedan, dat pas in 1642 bij Frankrijk werd gevoegd. Bij Café la Marck kun je lunchen binnen de dikke muren van de burcht (reserveren aanbevolen). Buiten de muren maar met prachtig zicht op de burcht word je bij het gemoedelijke en eenvoudige Le Grill de Lucifer met open armen ontvangen door de eigenaresse voor een heerlijke lunch.
Ook benieuwd geworden naar de Belgische Ardennen? Kijk dan snel hier en laat je nog verder inspireren!