Wie voor het eerst Porto bezoekt, kan maar één woord uitbrengen: “Wow!” Wat een stad! Als ik dit schrijf, zijn wij al drie dagen in Porto, en ik ben nog steeds bijna sprakeloos. Keer op keer stoppen we, verwonderen ons en gaan we opgewonden verder. Zoals ook nu: de zon gaat net onder, wij zitten op een terras aan de Cais da Ribeira voor een rij prachtige huizen in de oude stad, direct aan de oever van de Douro.
De enorme Dom Luis I-brug en het hoog gelegen klooster worden nog net verlicht door de ondergaande zon, terwijl om ons heen de lucht zich vult met een mix van zoute zeelucht en gegrilde inktvis. Een muzikant op de kade pakt zijn gitaar uit de hoes. Een zeilschip glijdt langzaam voorbij. Wij nemen je op deze reis mee naar het noorden van Portugal, van Porto tot aan de Spaanse grens. Stad, land, rivier en strand.
Wij laten ons gaan in een van de mooiste steden van Europa, bekijken het uitgestrekte achterland met zijn steile wijngaarden, en genieten daarna van brede zandstranden en hoge Atlantische golven. Onze caravan staat op een ideaal plekje: pal aan zee, op een van de campings van Vila Nova de Gaia, de stad die tegenover Porto op de andere oever van de rivier ligt. Vanaf de camping zijn we slechts zes kilometer met de fiets verwijderd van de oude binnenstad. Dat roept om een heerlijk zwoel avondje aan de Douro met een glaasje port binnen handbereik.
Gustave Eiffel
Los Angeles heeft zijn Golden Gate brug. Porto heeft zijn eigen gouden poort. De stad is bekend om zijn vele karakteristieke bruggen. Dat komt omdat de Douro hier al bijna bij de zee is, maar de kust uit hoge rotsen bestaat. Een hoge brug over het rivierdal was de enige oplossing. De bekendste bruggen over de Douro zijn de Dom Luis I-brug en de Maria Pia-brug. Ze hebben veel van elkaar weg, en dat is niet toevallig. Beide komen uit de pen van Gustave Eiffel, de man die later met zijn Eiffeltoren in Parijs wereldfaam kreeg.
De bekendste brug is de geheel metalen spoorbrug die genoemd werd naar de Portugese koningin Maria Pia, die samen met haar echtgenoot koning Dom Louis I in 1877 de brug mocht openen. Deze stalen boogbrug over de Douro tussen Porto en Vila Nova de Gaia is 352 meter lang, en was met zijn overspanning van 160 meter destijds de grootste boogbrug ter wereld. Het enkelsporige brugdek ligt zo’n zestig meter boven het water van de rivier.
Natuurlijk kreeg koning Louis een paar jaar later ook zijn eigen brug, slechts een steenworp verderop. De bouw startte in 1881, en vijf jaar later was hij klaar. Deze brug kreeg onder het hooggelegen spoordek ook een benedendek, zodat ander verkeer tussen de Douro-oevers ook mogelijk was. Beide brugdelen zijn voor voetgangers toegankelijk. Vooral vanaf het bovenste brugdek heb je een schitterend panoramisch zicht op het oude centrum van Porto aan de noordelijke oever.
Ook Vila Nova de Gaia op de andere oever is vanaf de brug mooi te zien. Beide steden vormen samen met hun bruggen, kerktorens en wijnpakhuizen een imposant kunstwerk. De oude zeilschepen en andere met wijnvaten beladen boten op de rivier zestig meter onder je maken het plaatje compleet.
Taart, hoorntjes en nata
Vila Nova de Gaia is het centrum van de handel in port. Maar er is veel meer. Bijvoorbeeld op de Mercado Beira-Rio (de benedenmarkt bij de rivier). De bekende taartjes met zoete of hartige vulling vinden overal hun weg naar bewoners en toeristen, maar dat geldt ook voor inktvissen, pizza’s en hamburgers.
Ook populair zijn de gebakken hoorntjes, die opgerold gevuld met kaas, ham, olijven of groente worden verkocht. Zoals altijd is het ook hier handig om een tas of rugzak bij je te hebben. Voor het avondeten bij de camper of caravan vul je die hier op de markt gemakkelijk met de lekkerste dingen. Als dessert kun je in Portugal niet om de nata heen. Dat zijn kleine taartjes van bladerdeeg met allerlei soorten vulling.
Britse historie
De belangrijkste fabrikanten van portwijnen zijn langs de kades in Vila Nova de Gaia gevestigd, aan de zuidoever van de rivier. Wij kiezen voor Taylor’s Winery vanwege de audioguide, zodat we ons eigen tempo kunnen bepalen. Dat blijkt een goede keuze. In de proeftuin is alles Brits. Rozenstruiken, keurig verzorgde heggen en speels vormgegeven metalen tafels en stoelen. En natuurlijk ontbreken de kleurrijke hanen en een grote pauw niet.
De historie van port is dan ook nauw verweven met de export naar Engeland – een restant uit de tijd dat ze daar bij de zoveelste ruzie met Frankrijk geen Franse wijn konden importeren. Port bleek een prima vervanging. De eerste kennismaking van de Britten met Portugese portwijn was een toevallige. Na een turbulente tocht over zee had men bij aankomst in Engeland weinig vertrouwen meer in de door de hoge golven geteisterde wijn.
De vaten werden ergens in een hoek opgeborgen, en pas na een paar jaar weer ontdekt. Een simpele test bracht een verrassing: de door de zee door elkaar gehusselde wijn bleek juist daardoor een uitstekend product te zijn geworden.
Centrum van de port
Portwijn (kortweg port) is een versterkte zoete wijn met een alcoholpercentage tussen 19 en 22 procent. Dat hoge percentage komt door de brandewijn (aguardiente), dat sinds de 18e eeuw aan het eind van de gisting wordt toegevoegd. Daardoor bevat port ook veel rietsuiker, en is de smaak zoet. Hoewel ook landen als Zuid-Afrika en Australië port produceren, is het centrum van de productie nog steeds gelegen in de vallei aan de bovenloop van de Portugese Douro.
Er heerst een bijzondere magie in die vallei. De wijngaarden zijn er behoorlijk steil, en ze worden afgebakend door artistiek gevormde stenen muurtjes. Tussen de wijngaarden vind je leuke stadjes als Peso da Régua en Pinhão, afgewisseld met grote finca’s (wijnboerderijen). Daarnaast worden er nu ook steeds meer jongere witte en rode druivensoorten verbouwd. De hele Dourovallei staat op de Unesco-werelderfgoedlijst. Voor ons kampeerders is het belangrijk te weten dat daar een paar mooie campings zijn te vinden, die overigens slechts over smalle wegen te bereiken zijn. Dat vereist wel enige stuurmanskunst.
Bulderende golven
Tijdens deze reis verkennen wij het noorden van Portugal. Porto is na Lissabon de tweede stad van het land, en naast cultureel centrum ook de economische motor van de regio. Er wonen ongeveer 300.000 mensen. Dat lijkt weinig, maar als je het hele gebied als grootstedelijke metropool beschouwt, kom je toch algauw op bijna anderhalf miljoen inwoners.
In het noorden van Portugal liggen vissersplaatsen die allang veranderd zijn in echte zomerresorts. Zoals Vila do Conde, Póvoa de Varzim of Viana de Castelo. Badplaatsen, waarvan sommige kilometerslange zandstranden hebben. Je moet even wennen aan de bulderende herrie die de wilde golven van de Atlantische Oceaan maken, maar dat gaat snel. Het water is hier trouwens aanmerkelijk koeler dan dat van de Middellandse Zee. Zelfs midden in de zomer wordt de zee nauwelijks warmer dan een graad of achttien.
Het boeiend binnenland
Elk tochtje naar het binnenland brengt ons in heel andere sferen. Bijvoorbeeld naar Braga, de derde stad van het land in grootte. Het is een van de belangrijkste bedevaartsoorden van Portugal, met een indrukwekkende kathedraal, barokke kerken en een levendige binnenstad. De bedevaartkerk van Bom Jesus do Monte ligt net buiten het centrum, en ook die staat op de Unesco-werelderfgoedlijst.
Iets verder naar het noorden voelt Ponte de Lima heel anders aan. De sfeer is hier duidelijk meer ontspannen. Deze oudste stad van Portugal ligt aan de Lima
rivier, met een prachtige Romeinse brug, een middeleeuwse toren en een fraai onderhouden park. Even landinwaarts kom je weer in een andere omgeving, met stille natuurparken en heerlijke wandelpaden. We zien een aantal mooie campings die deze schoonheid bereikbaar maken met prima fietsmogelijkheden.

Saúde!
Maar uiteindelijk trekt toch de zee. In Vila Praia de Âncora zetten wij onze caravan op een camping die niet ver van een droomstrand is verwijderd. Een heerlijk plekje. Om ons heen zien wij een brede baai, prachtig wit zand en een frisse, verkoelende zee. In de restaurants serveert men bacalao-stoofpot met gegrilde pulpo (kabeljauw met inktvis), vergezeld van een wijn van druiven die slechts een paar kilometer verderop langs de oevers van de Rio Lima groeien. Geweldig toch? Wij proosten met ‘gezondheid!’ Hier zegt men het veel gevoeliger, alsof er een fado (het bekende Portugese levenslied) aan klanken is losgebarsten: Saúde!
Port of portwijn
Het is de nationale drank van Portugal. Alleen wijnen uit de Dourovallei mogen binnen de stadsgrenzen van Vila Nova de Gaia rijpen voor de productie van port. Daarom bevinden de meeste portwijnkelders zich nog steeds hier, langs de rivier aan de overkant van Porto. Natuurlijk worden overal rondleidingen aangeboden. Daar leert de bezoeker niet alleen hoe port wordt gemaakt, maar ook alles over de grote diversiteit aan smaken. Van rood tot wit, van fruitig tot droog. Je kunt het overal proeven.

Noord-Portugal in één oogopslag





