Of je hart nu uitgaat naar de zwarte piste of een thermaal zwembad in een besneeuwd landschap, steeds meer mensen ontdekken de mooie kanten van kamperen in de winter. Beginners zijn vaak nog sceptisch: “Niet vertrouwd, te gecompliceerd, te koud.” Dat hoeft echter allemaal niet. Met de juiste tips kan iedereen winterkamperen. Het komt eropaan je kampeermiddel goed voor te bereiden, de reis goed te plannen en uiteraard een geschikte camping te vinden.
Een goede voorbereiding…
…is het halve werk. Met andere woorden, zorg ervoor dat zowel je caravan als trekauto in tiptop conditie is. Voor de trekauto zijn winterbanden verplicht. Als er flink wat sneeuw ligt, kan het verder zeker geen kwaad om een setje sneeuwkettingen bij je te hebben. Op sommige plekken, zoals in de Alpen, zijn die zelfs verplicht (enkel voor de trekauto). Oefen thuis al eens met het aanbrengen van de kettingen, dan sta je straks in de kou niet te hannesen. Ruitensproeier met antivries is ook ten zeerste aan te raden, en controleer voor vertrek of de wissers zelf in goede conditie verkeren.
Accu’s hebben onder koude omstandigheden minder capaciteit. Voorkom problemen onderweg en sluit je caravan een paar dagen voor vertrek aan op een 230 volt-stroombron. Oude rotten onderbreken die verbinding trouwens tussendoor een keer om een nieuwe laadcyclus te initiëren. En als je dan toch bezig bent: check meteen de gasvoorraad en verlichting.
Rondje door de caravan
Maak ook een rondje door de caravan: werken de koelkast, waterpomp, kookplaat, verlichting en vooral de verwarming naar behoren? Ga na of er daadwerkelijk warme lucht uit de blazers komt. Zo niet, dan zit er misschien een verwarmingsbuis bekneld – die kun je zelf voorzichtig terug in zijn oorspronkelijke vorm brengen. Bij de warmwatervoorziening is het belangrijk om vooraf te controleren of er genoeg vloeistof in zit, of de circulatiepomp werkt en of het systeem correct ontlucht.
Een speciale winterafdekking op het rooster van de koelkast in de buitenwand voorkomt dat koude lucht naar binnen dringt en het akelig begint te tochten. Als het vriest dat het kraakt, beschermen veel winterkampeerders de ramen verder met isolatiematten, verkrijgbaar bij de campingwinkel. Zo blijft de warmte lekker binnen.
Als je langer op één plek blijft, raden we een ‘warmtesluis’ bij de ingang aan, een (compacte) voortent met grondzeil. Deze kun je opdelen in een schoon en een vuil deel. Ideaal om na een wandeling of uurtje skiën de sneeuw van je af te kloppen en van schoeisel te wisselen zonder dat er warmte uit je caravan ontsnapt.
Route plannen
Spontaniteit is in de winter niet zaligmakend, want lang niet elke camping is het hele jaar open. Bovendien zitten veel populaire wintercampings steevast volgeboekt. Een goede planning is dus essentieel. Informeer van tevoren of er plek zal zijn op de camping waar je het liefst naartoe wil (of beter nog: boek direct een plekje), en stel voor de zekerheid een lijstje met alternatieven op.
Bekijk ook van tevoren hoe begaanbaar de wegen naar je bestemming zijn. Zijn de pasovergangen open in de winter? Krijg je met sneeuw en ijs te maken onderweg? Op websites van automobielclubs vind je dergelijke informatie snel terug. Op de site van de Duitse ADAC bijvoorbeeld, vind je onder de rubriek “Reise & Freizeit” actuele informatie over de conditie van de alpenwegen, inclusief het aantal hoogtemeters dat je maakt en met welk stijgingspercentage. Heel handig voor beginners, die we ontraden al te steile wegen te nemen.
Op de camping
Eenmaal ter plaatse is het verstandig als eerste de voorzieningen veilig te stellen. Vraag na bij de receptie welke gewoon gebruikt kunnen worden, want niet alle voorzieningen zijn verwarmd en dus te gebruiken. Dat geldt ook voor de toe- en afvoer van water. Vang je je afvalwater bijvoorbeeld op in een emmer? Vraag dan na waar je de ijsklomp kunt dumpen. Meestal is in het verwarmde sanitairgebouw een geschikte afvoerpijp voorzien. Een rolbare vuilwatertank is trouwens af te raden. Om die te legen, zou je de inhoud eerst moeten laten ontdooien.
De stroomvoorziening geeft amper problemen. Als je zorgt dat de kabel niet kan vastvriezen en bij het sneeuwruimen oplet dat je de kabel niet beschadigt, zit je safe. Wat de gasvoorraad betreft is voorkomen beter dan genezen: een fles van 11 kilogram gaat drie tot vier dagen mee, maar we raden aan om een ventiel te gebruiken dat automatisch van de ene naar de andere gasfles overschakelt.
Verwarmen en ventileren
Als je de caravan op de camping voor het eerst verwarmt, zet dan alle kleppen en kastdeurtjes open zodat de warmte zich gelijkmatig door de hele ruimte kan verspreiden. Zorg ervoor dat de schoorsteen vrij is, bij de caravandealer is een speciale verlenging verkrijgbaar, mocht er veel verse sneeuw vallen.
Als de verwarming aan gaat, zul je – net als thuis – af en toe moeten ventileren. Een caravan is immers maar een kleine ruimte waarin zich snel condens kan vormen. Dus: elke dag even kort de ramen open en opnieuw verwarmen. Koude buitenlucht is namelijk droog en neemt als de ruimte wordt verwarmd veel vocht op.
Is het tijd om op huis aan te gaan of verder te reizen, maak dan eerst de hele caravan (en trekauto) sneeuwvrij. Sneeuw en ijs verliezen is niet alleen ergerlijk, het is voor andere gebruikers zelfs uiterst gevaarlijk.
Bron: MPS, Tekst: Dieter S. Heinz, foto’s: Thomas Cernak, archief