Val d’Anniviers buigt zich bij Sierre in zuidelijke richting van het Rhônedal af. Het dal vormt een keten van authentieke bergdorpen waar boeren eewenlang de cultuur hebben bepaald. De door de zon gebruinde houten huizen – ’s zomers versierd met honderden vuurrode geraniums –, de voorraadschuren, kerken, kapellen en oude molens herinneren aan overgeleverde tradities en ambachten.
Een van de hoogste dorpen van Europa
Een van de mooiste dorpjes is Grimentz, dat niet voor niks prijkt op menig kalender. In de kelder van het Burgerhaus uit 1550 rijpt in oude lariksvaten witte gletsjerwijn, een specialiteit van vroegere rondtrekkende boeren. Het schilderachtige Chandolin ligt op bijna 2.000 meter en is een van de hoogste dorpen in Europa die het hele jaar bewoond zijn.
Helemaal achteraan in het Val d’Anniviers ligt Zinal, waar het dal wordt afgesloten door een bergketen met de Weisshorn, Bishorn, Zinalrothorn, Obergabelhorn, Matterhorn en Dent Blanche. De ruim 4.000 meter hoge bergen steken majestueus uit boven het landschap en worden dan ook samen de Couronne Impériale (Keizerskroon) genoemd. In de winter vormen Grimentz-Zinal, Saint-Luc/Chandolin en Vercorin drie skigebieden, goed voor 220 kilometer aan pisten en waar je met één enkele skipas terecht kunt. Langlaufers vinden in Zinal 19 kilometer aan loipes.
Het dorpje Saint-Luc telt een van de kleinste musea ter wereld. In zijn garagebox heeft Claude Antille een ongelooflijke collectie historische gebruiksvoorwerpen verzameld die kenmerkend is voor Val d’Anniviers.
Wandel naar het eenzame berghotel Weisshorn in Wallis
Een van de mooiste sneeuwschoenwandelingen die je in Val d’Anniviers kunt maken is die naar hotel Weisshorn. Dit legendarische berghotel is eenzaam gelegen op een hoogte van 2.337 meter. Er gaat geen autoweg heen. Het hotel is slechts bereikbaar per voet of ski. Bij de bouw in 1882 werden muilezels ingezet om alle materialen boven te krijgen. De piano werd door zes man omhoog gedragen.
De wandeling vanaf Saint-Luc voert via historische irrigatiekanalen, Bisses, de steile berghelling op. De aanleg van deze kanalen was zo gevaarlijk dat volgens de legende hiervoor terdoodveroordeelden werden ingezet. De natuur zou dan beslissen over hun lot. Na ruim 700 meter klimmen bereik je hotel Weisshorn en heb je een fantastisch uitzicht over de Walliser Alpen.
Anders dan de naam doet vermoeden is de markante Weisshorn (4.506 meter) – die in 1861 voor het eerst werd beklommen – echter niet te zien vanaf hier. Wel de Dent Blanche (4.357 meter). Maar in plaats van blanche is zijn top helemaal niet wit. Foutje van de cartograaf, die de berg had verwisseld met de Dent d’Hérens.
Het hotel heeft in alle tijd niets van zijn charme verloren. Voor het diner geldt weliswaar geen dresscode meer, maar de fumoir, de rookkamer, ziet (en ruikt) er nog hetzelfde uit als bijna 140 jaar geleden. Hotelgasten kunnen ’s morgens op ski’s naar de pistes van Saint-Luc-Chandolin oversteken, of omlaag naar Saint-Luc dorp. Van de pistes terug naar het hotel is er een shuttleservice met een snowcat.
Het hotel is tevens een stop op de Haute Route Impériale, de befaamde toerskiroute van Val d’Anniviers naar Zermatt. Maar ook om de bosbessentaart – de specialiteit van het huis – is het hotel een bezoek zeker waard.
Wallis, regio Dents du Midi
De regio Dents du Midi, gelegen aan de Walliser kant van de Chablais, bestaat uit de dorpen Champéry, Les Crosets, Champoussin, Morgins, Val-d’Illiez en Troistorrents. In de winter kun je hier skiën in de Portes du Soleil, een grensoverschrijdend Zwitsers-Frans skigebied met 600 kilometers aan pisten. Kenmerkend voor grensgebieden zijn smokkelpaden. In de Dents du Midi-regio is dat niet anders.
Kat-en-muissspel met douanebeambten
Een leuke manier om de geschiedenis van het smokkelen beter te leren kennen is, door de Escape Room van het Palladium-sportcentrum Champéry binnen te stappen. Hier kruip je in de rol van smokkelaars die tabak uit een geheime schuilplaats in Frankrijk moeten terugbrengen naar Zwitserland; een spannend kat-en-muisspel met douanebeambten!
Verbinding Zwitserland en Frankrijk
De laatste Zwitserse halte op de weg naar Frankrijk en de poort naar de Val d’Abondance is Morgins dat een belangrijke verbinding vormt tussen het Zwitserse en Franse grondgebied van de Portes du Soleil. Vanuit het centrum kun je een eenvoudige wandeling maken door de fraaie They-vallei. Daarbij volg je de rivier de Vièze die je herhaaldelijk oversteekt. Onderweg passeer je de ‘rode bron’, waarvan het ijzerrijke water in 1820 de eerste toeristen naar Morgins bracht.
Vallon de They is tevens de thuisbasis van een kudde imposante Hérens-koeien, bekend om hun spectaculaire gevechten over de rang binnen de kudde. Het gastvrije restaurant Cantine de They vormt een mooi keerpunt of juist een tussenstop op de route die dieper de vallei in voert.
Liever de omgeving van Wallis op ski’s ontdekken? Voor toerskiërs zijn er in het Rando-Parc in Morgins een zevental routes uitgezet. Met stijgvellen onder je ski’s, klim je dan geheel op eigen kracht omhoog. Om vervolgens in het decor van de zeven pieken van de Dents du Midi te genieten van de welverdiende afdaling.