Da Vinci in Doesburg?
Het is bijna 11.30 uur als Joop en Tonny op hun vouwfietsen de Gasthuisstraat inslaan. Hier ligt het Lalique museum, of voluit: Société Musée Lalique Pays-Bas. En dat verraadt al enigszins de wortels van deze edelsmid en glaskunstenaar; René Lalique (1860-1945) was een Fransman. Hij hield zich voornamelijk bezig met het maken van juwelen en glazen objecten. En niet onverdienstelijk. Zijn vele kunstwerken leverden hem de bijnaam de ‘Da Vinci van de juwelen- en glaskunst’ op. Dat belooft wat. Er zijn maar vier Lalique-musea ter wereld. Het is dus best bijzonder dat er eentje in Doesburg ligt, om precies te zijn in een tweetal oude Rijksmonumenten in het centrum van het Hanzestadje.
Op het moment van bezoeken is er een tijdelijke tentoonstelling over het japonisme; de invloed van Japan op de Westerse kunst. De vazen die tentoongesteld worden, hebben inderdaad een herkenbaar Oosters tintje. Op beeldschermen is te zien hoe Japanse kunstenaars minutieus de mooiste sieraden en serviesstuks maken. De video’s kunnen Joop wel bekoren: ‘Moet je zien, die gasten hebben zo’n vaste hand en totaal geen last van zenuwen. Erg knap allemaal.’ Ook de werken van Lalique zelf, tentoongesteld in het gebouw aan de overkant van de straat, kunnen op positieve commentaren rekenen. Tonny valt op dat de kunstwerken veel details bevatten. ‘Dit is allemaal zo verfijnd, echt prachtig!’ Nog onder de indruk van alle kunstwerken verlaten ze het museum voor een culinair intermezzo.
Oudste horecagebouw van het land
Op de hoek van de Gasthuisstraat en de Koepoortstraat ligt Stadsbierhuys de Waag. Deze horecagelegenheid bestaat al sinds 1478 en is daarmee de oudste van Nederland (erkend door Guinness Book of Records). De afgelopen jaren is De Waag meermaals winnaar geworden van de Doesburgse mosterdsoep-wedstrijd. En dat maakt Joop en Tonny wel nieuwsgierig! Op de kaart prijken meerdere versies: mosterdsoep met spekjes, met zalm en met parmaham. Om een goed beeld te krijgen van deze specialiteit gaat Joop voor een soep met spekjes en Tonny voor de zalmvariant. Ze worden geserveerd met een stukje brood. ‘Heerlijk zeg, dit is echt genieten!’ aldus de tevreden cultuurliefhebbers.
Mosterdmuseum
Compleet anders dan het Lalique museum, maar minstens zo leuk, is het mosterdmuseum. Voluit heet dit de Doesburgsche Mosterd- en Azijnfabriek. Een toepasselijk uitje, gezien de mosterdsoepjes die ze net achter de kiezen hebben. Vorig jaar waren Joop en Tonny toevallig ook in het museum, alleen zat Tonny toen in een rolstoel, herstellende van een hernia. Nu loopt ze als een kievit door de grote ruimte, waar overal machines en apparaten te zien zijn. Joop bij het zien van een molen: ‘die hadden mijn ouders ook, maar dan in het rood.’ Ook oude mosterdpotjes en documentatie over het geel-groene natuurproduct zijn te bewonderen. De geur in het museum valt de cultuurliefhebbers op: ‘wat ruikt het hier ouderwets lekker!’ Het sfeertje in het museum is gemoedelijk en door alle oude spullen lijkt het alsof je terug in de tijd stapt. Na afloop wordt er nog een potje mosterd gekocht om de komende dagen nog even na te genieten.
Samen de hoogte in
Met een hoogte van 94 meter is de Grote of Martinikerk het hoogste gebouw van Gelderland. Samen met Ben(nie) Polman, hun bevlogen gids, gaan ze de 220 treden beklimmen. En dat is een hele prestatie gezien de leeftijd van Bennie. Hij is namelijk al 84 jaar. Tonny zegt dan ook tegen Joop: ‘wat een krasse man, chapeau!’ Via enkele tussenstops komt het drietal dichter en dichter bij de nok van de toren. Bennie toont zich een enthousiast verteller met boeiende anekdotes over de geschiedenis van de kerk: ‘De drie kleinere klokken aan de buitenkant zijn wonder boven wonder intact gebleven tijdens het opblazen van de toren door de Duitse troepen, één dag voor de bevrijding in 1945.’
De 48 gietijzeren klokken boven in de toren, waarvan er enkele zo’n twee ton wegen, zijn een indrukwekkend beeld. Het luiden ervan werd vaak gedaan met een boodschap voor de inwoners van Doesburg: etenstijd, gevaar, feestdag. En dan is er nog de ‘papklok’, geluid na 21.00 uur. Bennie vertelt: ‘Dat was een herinnering voor de Doesburgers. Dan wisten ze dat de stadspoorten dichtgingen en dat het tijd was om naar huis te gaan, pap te eten en te gaan slapen.’ De cultuurliefhebbers leren ook nog dat het luiden van de klokken vroeger handwerk was, maar tegenwoordig helemaal computergestuurd is. Als de beklimming erop zit, is het tijd voor een fraai uitzicht. ‘Kijk, daar zaten we net nog mosterdsoep te eten’, zegt Tonny. En ook het Lalique museum is te zien. In de verte stroomt de IJssel voorbij. Een rustgevend gezicht en een perfecte afsluiting van de dag.
Beleef de Hanzesteden met ons mee!
De ACSI FreeLife TestTour 2019 zit er alweer op voor de testteams. Maar voor alle volgers gaat het pas beginnen! De blogartikelen en video’s van de camperreis langs de Hanzesteden vind je terug in het TestTour-dossier. Vanaf midden december is het de beurt aan de Actievelingen en Gezinskampeerders, die Wallonië ontdekt hebben met een splinternieuwe auto-caravancombinatie. Tot die tijd houden we je op de hoogte via onze Facebookpagina. Veel plezier alvast!
Nieuwsgierig en enthousiast geworden? Je kan Joop en Tonny zélf alles vragen over hun verhalen en ervaringen. Op zaterdag 12 oktober staan zij namelijk op de Kampeer & Caravan Jaarbeurs (Hal 7), gehouden in de Jaarbeurs in Utrecht. Ook leuk: de camper waar het testteam Levensgenieters mee op pad is gegaan, kun je uitgebreid bewonderen op de beurs. Kom dus alles te weten over deze Bürstner Lyseo Time T Limited 690 G. Zien we je daar?