Mosterd
Doesburg, de stad van mosterd, zo wist ik. Maar al wist ik het niet, dan werd het me gelijk bij aankomst duidelijk. Verscheidene restaurants prijzen via krijtborden hun mosterdsoep aan, en de bewegwijzeringbordjes tonen steevast de locatie van een heuse Mosterdfabriek. Tijd om meer te weten te komen over de stad die haar mosterd zo hoog in het vaandel heeft staan.
Omdat de scherpe smaakmaker hier zulke hoge ogen gooit, begin ik mijn tour in de Doesburgsche Mosterdfabriek. Bij een fabriek denk je al gauw aan een klinische en kille omgeving, maar niets is minder waar. De Mosterdfabriek is namelijk vooral een museum. Als ik naar binnen stap, lijk ik wel in het verleden te zijn beland. Hier vind je oude etiketten, apparaten en mosterdpotjes. Extra leuk is het dat het mosterdzaad hier nog steeds op de ouderwetse manier met een molen wordt gemalen. En niet voor de minsten. “Voor grote supermarkten als Jumbo en Spar maken wij nog altijd de échte Doesburgsche Mosterd”, vertelt de man achter de balie me trots.
Lalique
In het centrum van Doesburg lijkt het trouwens – net als in de Mosterdfabriek – alsof je terug in de tijd bent gestapt. De middeleeuwse Hanzestad mag dan ook altijd op veel toeristen rekenen, zo verzekert de dame bij de VVV me. Toch merk ik daar tijdens mijn bezoek weinig van: het is er niet extreem druk en de prijzen zijn hier meer dan schappelijk. Parkeren net naast het centrum is gratis en het Oorlogsmuseum (dat jammer genoeg nog niet open is als ik er ben) heeft een toegangsprijs van € 1.
Tot dusver maakt Doesburg een behoorlijk vriendelijke indruk. En de relatieve rust heeft waarschijnlijk ook te maken met het feit dat ik het stadje op een ‘doodgewone’ donderdagmiddag bezichtig. Die goede indruk blijft gedurende de hele trip overigens fier overeind. Zo ook in het Lalique Museum, Doesburgs grote trots. Santino Melssen, directeur van het museum, leidt me kort rond tussen de glaskunst en juwelen van René Lalique, een vermaarde Franse edelsmid en glaskunstenaar. “Er zijn in de wereld maar vier van deze musea, waarvan één dus hier in Doesburg”, vertelt hij trots. “Moet je nou zien, die details, zo verfijnd.” Hij wijst me op verschillende kunstwerken, die – inderdaad – behoorlijk gedetailleerd zijn.
Bier en wegen
Een terrasje pak je bij Stadsbierhuys De Waag. Het is niet extreem druk in Doesburg, maar buiten zit het hier in ieder geval lekker vol. Na enige research blijkt dat dit grand café de oudste horecagelegenheid van Nederland is. Het pand is gevestigd in een waag, die uit 1478 stamt. Vroeger was dit de plaats waar goederen werden gewogen. De eigenaar had daarnaast het monopolie op de verkoop van vreemde bieren in de stad. Zo werd De Waag een combinatie van waag en bierhuis.
Arbeiders kregen hier hun loon uitbetaald en kooplieden sloten er hun contracten af. Nu, meer dan vijfhonderd jaar later, dient het pand alleen nog maar het doel de innerlijke mens tevreden te stellen. Hier wordt de ‘Doesburgse Mosterdbonbon’ geserveerd, gemaakt door de plaatselijke Chocolaterier. Het pand van De Waag siert het straatbeeld van Doesburg ook in esthetisch opzicht. Ik sluit de dag af op het terras met een biertje en een portie bitterballen. Mét echte Doesburgse mosterd, natuurlijk.
Volg de TestTour op de voet
De ACSI FreeLife TestTour 2019 is in volle gang! Inmiddels kun je al enkele blogartikelen lezen. Vanaf midden september verschijnen de video’s en artikelen van de Levensgenieters en Cultuurliefhebbers op deze site. En vanaf midden december is het de beurt aan de Actievelingen en Gezinskampeerders. Tot die tijd houden we je op de hoogte via onze Facebookpagina. Veel plezier alvast!