Het knispert, kraakt, schuurt en sist. De hoed van de kleine heks deint op de zwoele avondbries. Er klinkt een meerstemmig liedje. De geur van houtvuur, worstjes en zelfgebakken stokbrood is overal. Kinderen joelen, als de vlammen de papieren heks aan de top van de brandstapel bereiken.
Funen brandt
Het is juni op Funen, het op een na grootste eiland van Denemarken. Zoals elk jaar na de zonnewende, branden de vuren overal hoog. In dorpen en steden, maar ook aan het strand: heel Denenmarken staat in vuur en vlam. Het is het moment van het jaar waarop de nachten het kortst zijn. Daarbij is de nacht van 23 juni ook nog uitzonderlijk warm – de grote Sint-Jansvuren verjagen alle boze geesten.
Een kampvuur verderop houdt een tarweblond jongetje resoluut de helpende hand van zijn oma af. Nee, hij krijgt het deeg ook zonder hulp geroosterd, zeker weten. Er heerst een zeer ontspannen feeststemming op Camping Hverringe, ook de kinderen blijven vanavond op. De avondzon beroert het uitgestrekte terrein met zijn lange stralen. Bijna elke plek heeft uitzicht op het water.
Herten uit het keukenraam
Ontspanning is een terugkomend thema op Funen. Zo lijk je in het zuidwesten op Helnæs in een andere tijd terecht te zijn gekomen. De smalle dijk die het schiereiland met de rest van het eiland verbindt, dient als overgang naar een lang vergane wereld.
Als je met toegeknepen ogen langs het wuivende duingras uitkijkt over de onbebouwde kliffen, zou een passerend Vikingschip op de Baltische Zee je niet verrassen. Helnæs is zelfs zó rustig, dat het blijkbaar nodig is om in het midden van het dorp een waarschuwingsbord voor passerend wild te plaatsen. Menig dorpsbewoner zal op gezette tijden de herten aan het keukenraam voorbij zien komen.
Strakke parken
Funen mag er dan op verschillende plekken bont geschakeerd, pietepeuterig en verwaaid bijliggen, ook zijn er genoeg statige plekken die met zorg zijn vormgegeven. Strakke parken, musea, ridderzalen en doolhoven zijn bijvoorbeeld te vinden bij Valdemars Slot op Tåsinge. Het meer dan vierhonderd jaar oude Slot Egeskov in het binnenland van het eiland is een must voor tuinliefhebbers, middeleeuwenkenners en oldtimerfanaten.
De Baltische kust alleen biedt al een waaier aan interessante uitstapjes. Op het naburige eiland Seeland vind je in Slagelse Trelleborg, de best bewaarde Vikingringwalburg in Denemarken. In Roskilde ligt in het Vikingschipmuseum, met historische maritieme exposities en speciaal gereconstrueerde prehistorische boten. Na een korte wandeling door het voormalige middeleeuwse handelscentrum, keren we weer terug naar Funen.
Sprookjeseiland
De befaamde verteller Hans Christian Andersen – in 1805 geboren in Odense – droeg wanneer hij op reis ging altijd een lang touw bij zich. De reden: hij vreesde nachtelijke branden. De negen meter lange reddingslijn zou dan kunnen dienen als provisorische brandtrap.
Dit soort anekdotes kom je te weten in het mooi opgezette en multimediale Hans Christian Andersenmuseum. Natuurlijk treffen we hier de kleine zeemeermin en de prinses op de erwt. Hoog in een hoek hangt de standvastige tinnen soldaat in zijn papieren boot, hij knipoogt stiekem. Even verderop toont het Kunstmuseum Fyn werken van Deense kunstenaars uit de afgelopen 250 jaar. In de weidse gangen komen de schilderijen en sculpturen mooi tot hun recht.
Kamperen aan de kust
Het is laat geworden na ons culturele uitstapje in Odense. Het lijkt erop dat we ons wederom op een prachtige zonsondergang kunnen verheugen. Dus rijden we in de richting van de zee, waar Camping Bogense ook voor laatkomers mooie plekken vrij heeft.
De camping ligt vlak aan het strand. Een buizerd geniet van de avondzon. Aan de horizon zien we golven, bootvaantjes en helmgras. De ashoop van het Sint-Jansvuur is alweer even opgehouden met roken. We genieten van de verse paling van een plaatselijke visrokerij. We zijn het er met elkaar over eens: we hoeven hier zeker tot volgend jaar geen boze geesten te verwachten.
Tekst en foto’s: MPS, Martina Sörensen