We volgen onze neus verder – in plaats van de Gentse – en komen terecht in de voormalige vleeshal – het Groot Vleeshuis – waar Gentse Gandahammen ombonden met dikke touwen hangen te drogen aan de houten spanten van het eeuwenoude dak. De zilte lucht dringt onze neusgaten binnen.
Mag het een onsje meer zijn?
Een stukje verderop mengt deze zich met een frisse bloemengeur. Aan de roze azalea – en dankzij de grote hoeveelheid bloemen- en plantenkwekerijen – dankt Gent haar bijnaam de Bloemenstad. De kleurrijke bloemen maken de ruimte fleuriger dan hij er in de middeleeuwen uit zag. Toen werd hier vlees binnengedragen en gewikt en gewogen. Nu stelen Oost-Vlaamse specialiteiten zoals geitenkaas met spek van de lokale producent Le Larry de show.
Het warme hapje wordt ons aangeboden door een goedlachse jongedame met vrolijke rode lokken. “Het is extra smakelijk als je er onze Gentse likeur RoomeR bij drinkt. Deze likeur is gemaakt van vlierbessen”, vertelt ze terwijl Rosanne en ik gefascineerd naar het flesje kijken waar kleine vlierbesbloemblaadjes in dwarrelen. In dit ‘Centrum Streekproducten’- een initiatief van de Economische Raad voor Oost-Vlaanderen – kun je voor € 10 à € 12,- genieten van een smakelijke Gentse lunch.
Ga bijvoorbeeld terug naar de middeleeuwen en bestel de Gentse waterzooi. Deze soep werd in de bloeiende handelstijd naar hartenlust gegeten om aan te sterken na een lange vaart. Verschillende vissoorten uit de Leie werden erin verwerkt. Tegenwoordig is er ook een kip- of vegetarische variant van het waterzootje. Ennuh…het smaakt beter dan het klinkt.
Gruuten uit Gent
Gent heeft 620 cafés, 653 restaurants en 250 verschillende biersoorten! Tijd voor een speciaalbiertje, dus! Rosanne en ik strijken neer in het museumcafé dat een van de goedkoopste plekken voor een gerstenat is in de stad. Het café wordt uitgebaat door de vrienden van het Huis van Alijn, een groep vrijwilligers. Je hebt er keuze uit veel verschillende biersoorten, maar ook andere dranken. Op de gezellige binnenplaats is het waarschijnlijk heel leuk zitten, alleen nu het regent schuiven we binnen aan een rond tafeltje bij de openhaard die niet aan is. Toch is het er warm. We drinken een Gentse Gruut.
Creatieve uitspattingen
Donkere vlekken op de grond, gekleurde tekeningen op de muren en af en toe een zure zweem die je ademhaling even doet stokken. De ene tekening herkenbaar als een figuur en de andere een creatieve uitspatting van een vrije kunstenaar. In het aardedonker zou ik hier niet graag doorheen lopen. Maar nu word ik er toch vrolijk van. De penetrante, zure lucht daargelaten. Waar op de meeste plekken een fikse boete wordt gegeven voor het maken van graffiti is het in deze Gentse steeg (Werregarenstraat) altijd maar de vraag welke kleuren en welke personen de smalle gang domineren.
Ga naar Gent!
Nu kan ik gaan schrijven dat Gent hier en daar op Brugge lijkt, maar dan stoerder en robuuster. Dat Gent het wint van Antwerpen wat sfeer betreft. Of dat Gent meer karakter heeft dan Brussel. Maar dat doe ik niet. Gent is gewoon Gent. Een stad waar de rebelsheid van hun voorouders (in Gent ontstonden de eerste Belgische vakbonden en de socialistische beweging red.) in de harten van de Gentenaars voortleeft. Ik kan alleen maar schrijven ‘Gá!’.