Alleen een goed ingestelde stoel garandeert veiligheid en comfort. De juiste zitpositie is minstens zo belangrijk. We laten je zien waar je op moet letten.
Zo zit je goed
Schuif met je achterste helemaal tegen de rugleuning aan. Stel de zitting in de lengte zo in, dat je benen licht buigen als je de pedalen intrapt. Plaats je het zitvlak te ver naar achteren, dan moet je je armen en benen te veel strekken. Te dichtbij is ook niet goed, dan raken je knieën de stuurkolom. Er zouden twee tot drie vingers tussen je knieholte en de rand van het zitvlak moeten passen.
Voor de rugleuning raden experts een hoek van 110 graden aan. Het stuur moet dan met licht gebogen armen vast te pakken zijn op tien voor twee. Stel het stuur zo in, dat je ook tijdens stuurbewegingen schoudercontact met de rugleuning behoudt. De hendel om het stuur te stellen zit meestal goed verstopt in de stuurkolom.
Dijbenen ontspannen
Stel de hoogte van de zitting zo in, dat je dijbenen er ontspannen op liggen en je de pedalen zonder krachtinspanning kunt intrappen. Positioneer de hoofdsteun zodanig dat wel je hoofd maar niet je nek wordt ondersteund. De veiligheidsgordel mag je hals in geen geval in de weg zitten omdat het risico op letsel bij een ongeval dan toeneemt. De gordel moet vanaf de schouder diagonaal over de borst lopen, zonder dat hij op het sleutelbeen drukt.
Zo moet het niet
Op een behouden vaart!
Bron: MPS. Tekst: Anne Mandel, foto’s: Dieter S. Heinz