Signalement
- Merk
- Skoda
- Model
- Superb Combi 2.0 TDI 4x4
- Testjaar
- 2013
- Basisprijs
- 46485
Groot, sterk, snel, comfortabel, zuinig en niet zo gek duur – te mooi om waar te zijn? De Skoda Superb Combi 2.0 TDI 4×4 Elegance maakt het allemaal waar. De Tsjechische stationwagon met VW-techniek legde het afgelopen jaar vele duizenden kilometers af: ellenlange tochten over de snelweg, lange en korte ritten met een caravan, zwaarbeladen, met en zonder dakbox… En dat allemaal met verschillende chauffeurs om tot een zo objectief mogelijk testresultaat te komen.
Sneeuw, modder, zand
Ondanks die vele kilometers moest de Skoda geen enkele keer terug naar de garage. Met zijn elektronisch aangestuurde, snelle en fijngevoelige vierwielaandrijving loodste hij ons uitermate bekwaam over de weg en door sneeuw, modder en zand. Die 4WD kwam zeker ook van pas met een caravan achter de wagen. We hadden geen last van doorslippen, de banden sleten gelijkmatig en niet overdreven snel en het verbruik was ondanks het extra gewicht alleszins acceptabel – gemiddeld 8,9 liter per 100 kilometer (met caravan schommelde het verbruik tussen de 11,5 en 14,0 liter).
Nog een voordeel van de optie met 4WD: je verhoogt zo automatisch de aanhangerlast van 1800 naar 2000 kilogram. De 2.0-liter viercilindermotor met commonrail-injectie is van het zwijgzame type: in de wagen heb je amper last van motorgeluiden, je hoort enkel het ruisen van de wind en het zoeven van de banden over de weg.
Skoda Superb; praktisch bekeken
Het laadruim van de Superb Combi is aangenaam groot en kan nog worden uitgebreid door de achterbanken omlaag te klappen. Heel praktisch is de verlichting van de achterbak: die kun je ook als zaklamp gebruiken. De zittingen zijn aan de harde kant – te hard volgens sommige testchauffeurs, juist heel comfortabel volgens anderen. Een kwestie van smaak dus, maar in elk geval ergonomisch in orde.
Ons verdict: de Skoda Superb Combi biedt veel auto voor de schappelijke prijs van € 46.485 in de geteste 4×4 Elegance-uitvoering.
© 2013 MPS
Tekst: Ingo Wagner
Foto: Christian Hass, Ingolf Pompe